Wat is kanker en wat veroorzaakt kanker?
Kanker is een generieke term voor een grote groep ziekten die elk deel van het lichaam kan aantasten. Andere gebruikte termen zijn kwaadaardige tumoren en neoplasma's. Een bepalend kenmerk van kanker is de snelle vorming van abnormale cellen die buiten hun gebruikelijke grenzen groeien en die vervolgens aangrenzende delen van het lichaam kunnen binnendringen en zich naar andere organen kunnen verspreiden, het laatste proces wordt metastasering genoemd. Metastasen zijn een belangrijke doodsoorzaak door kanker.
Kanker ontstaat door de transformatie van normale cellen in tumorcellen in een meerstappen proces dat in het algemeen voortschrijdt van een pre-carcinomateuze laesie naar een kwaadaardige tumor. Deze veranderingen zijn het resultaat van de interactie tussen iemands genetische factoren en 3 categorieën externe agenten, waaronder:
- fysieke carcinogenen, zoals ultraviolette en ioniserende straling;
- chemische carcinogenen, zoals asbest, componenten van tabaksrook, aflatoxine (een voedselverontreiniging) en arseen (een drinkwaterverontreiniging);
- biologische carcinogenen, zoals infecties van bepaalde virussen, bacteriën of parasieten.
Veroudering is een andere fundamentele factor voor de ontwikkeling van kanker. De incidentie van kanker neemt dramatisch toe met de leeftijd, hoogstwaarschijnlijk als gevolg van een opbouw van risico's voor specifieke kankers die toenemen met de leeftijd. De algehele accumulatie van risico's wordt gecombineerd met de tendens dat cellulaire reparatiemechanismen minder effectief zijn naarmate een persoon ouder wordt.
Risicofactoren voor kanker; wijzigen en vermijden
Gebruik van tabak, alcoholgebruik, ongezond voedsel en lichamelijke inactiviteit zijn wereldwijd belangrijke risicofactoren voor kanker.
Het wijzigen of vermijden van belangrijke risicofactoren kan de last van kanker aanzienlijk verminderen. Deze risicofactoren omvatten:
- Tabaksgebruik inclusief sigaretten en rookloze tabak.
- Overgewicht of obesitas hebben.
- Ongezond voedingspatroon met een lage inname van fruit en groenten.
- Gebrek aan lichaamsbeweging.
- Alcoholgbruik.
- Seksueel overdraagbare HPV-infectie.
- Infectie door hepatitis of andere carcinogene infecties.
- Ioniserende en ultraviolette straling.
- Stedelijke luchtvervuiling.
- Binnenrook van huishoudelijk gebruik van vaste brandstoffen.